Deniece Wildschut

Xibalba

Op de tast schuifel ik door de ijskoude duisternis, onophoudelijk opgejaagd door de demonen die het duivelse oord bewonen. Of ik hier al uren of dagen ronddwaal weet ik niet, maar mijn lichaam en geest zijn de uitputting nabij. Alles zou ik geven om de tijd terug te draaien, maar ik weet dat dat onmogelijk is. Mijn lichaam is door en door koud. Het beeft onophoudelijk en nadenken kost me steeds meer moeite.
De temperatuur stijgt. Dankbaar treed ik de warmte tegemoet, maar die welkome warmte verandert al snel in een overweldigende hitte. De stank is niet te harden en ik hap tevergeefs naar adem. Ik haast me weg, maar struikel keer op keer. Hard kom ik op de grond terecht. Het vuur grijpt om zich heen. Mijn huid en ogen branden gigantisch, maar het licht is fijn. Eindelijk kan ik iets zien. Eindelijk kan ik om me heen kijken. Als die gedachte net door me heen gaat, dringt de realiteit zich echter aan me op. Ontzet staar ik voor me uit. Botten, waar ik ook kijk. Resten van mensen zoals ik… Dit zal ik nooit kunnen navertellen, besef ik terwijl mijn blik machteloos op de overblijfselen rust.
De vuurzee komt dreigend dichterbij en ik haast me weg. Opnieuw duisternis. In de verte hoor ik iets. Het geluid wordt harder en harder. Bevend blijf ik staan. Vleermuizen. Ik zie ze niet, maar ik weet dat ze er zijn. De bijtende monsters brengen een oorverdovende herrie met zich mee, en een helse pijn. Machteloos duik ik ineen.
Een visioen trekt mijn aandacht. Ik herken Chamiabac en Chamiaholom. Tevreden grijnzend aanschouwen ze mijn skelet. Het is een illusie, weet ik. De betekenis ontgaat me echter niet. Uitgeput laat ik me op de grond vallen, waar vele mensen mij reeds voorgingen. Het wordt zwart voor mijn ogen, maar dan neemt een visioen mij mee naar een andere wereld. Dankbaar geef ik me over.

Verder Bericht

Vorige Bericht

© 2024 Deniece Wildschut

Thema door Anders Norén